Feeds:
Berichten
Reacties

Archive for december, 2010

Het Dilemma van De Dag

Ik ren richting station, het lijkt meer op schaatsen dan lopen. Ik heb nog twee minuutjes en nog tweehonderd meter te gaan. Dit moet lukken, weer mijn trein gehaald.
Een dame voor mij schuift lelijk uit en valt met een pijnlijke auw op de grond. Ik kan nog net uitwijken. Nog 100 meter te gaan.
Plots flits deze keuzevraag door mijn hoofd
1: ren ik voor mijn belangrijke trein?
2: keer ik op mijn stappen terug en help ik de dame recht?

O,ja
U had toch niet gedacht dat ik dit stukje zou publiceren mocht ik voor optie 1 gekozen hebben 🙂

Read Full Post »

Rijd! Red me! Rijd! Fucking bitch trein, beweeg, move, rij dan toch. Stukje ellende. Ik spring en hol door de trein. Ik wil niet meer naar buiten staren. De sneeuw maakt me gek. Ik huppel door de gang alsof ik door een bende bloeddorstige wespen ben gestoken. Kuttrein maak dat je wegkomt.

Een uur kijk ik nu al uit over een wijdse weide van sneeuw, een landingsbaan lijkt het wel. Geen sprietje gras, geen leven, geen boom, kortom enkel en alleen geen! Behalve aan de verre horizon enkele silhouetten van berken met hangende takken en veel kreupelhout. Ik tel de vlokken sneeuw, ik bereken het aantal kilo’s sneeuw per vierkante meter, het aantal hectaren weide. Ik zie twee dorre grassprieten en dan weer niet. Ik tel de nerven, twaalf elk’s en dan ben ik ze weer kwijt. Of was het nu elf. De sneeuw priemt door mijn ogen, ik voel hem door mijn hoofd dwarrelen. De sneeuw kruipt tussen mijn hersenen, bevriest mijn aderen en kleurt mijn lijf wit. En de weide roos en dan weer groen en oranje. Ik zie zeven naakte maagden over het gras huppelen, gedrapeerd met bloemenkransen. Ik stap uit mijn lichaam, over de sneeuw. Maar verstijf onmiddellijk van de kou. De bloemenmeisjes zijn verdwenen aan de horizon maar de berken rukken nu op. Ze werpen hun takken naar me uit.Ik probeer me uit hun klauwen te ontwringen. Ik ren en ren naar de trein. Rijd dan toch, blijf niet staan, Weet je dat dan niet rottrein:
Te lang stilstaan kan blijvende schadelijke gevolgen hebben voor uw gezondheid

Read Full Post »

We zijn op enkele minuten van Antwerpen-Centraal. De controleur roept dat trouwens eventjes om, met Hollands accent. Dat doet hij elke dag en telkens voegt hij eraan toe. ” Let goed op uw goederen, er kunnen zakkenrollers aanwezig zijn in het station of op deze trein. ” Dat vertelt hij trouwens ook elke dag. In het Nederlands, in Polderfrans, Oorlogsduits en ook nog eens in een soort Engels.
Deze trein is onderweg al in Schiphol, Den Haag, Rotterdam en nog wat steden gestopt, maar enkel in Antwerpen wordt er gewaarschuwd tegen gauwdieven. Crime city. Het vervult me steeds weer met trots. Wat zijn we, Antwerpenaren, toch groots, grootser, grootst. Ook in de misdaad.

Read Full Post »

Onze wagon verandert in een stoelendans. We zijn net vertrokken uit Dordrecht. Ik zit nog maar aan de eerste regels van dit blogje of plots staat iedereen recht, aangespoord door een wat slanke dertiger. Ernstig, maatpak, een brilletje en een aanmanende stem.
“Ik zou maar van plaats veranderen. Er is hier net een stel opgestapt, ze hebben hier een tas gelegd en zijn dan weer snel afgestapt.” Hij zegt nog net niet” “bom”, maar het effect is het zelfde. Er zijn duidelijk geen helden in deze wagon. Iedereen kiest snel het hazepad.
Ik klap mijn laptopje dicht, langzaam en sloom,maar diep in mij vastberaden. Twijfel even of ik nu helemaal vooraan of achteraan in de trein ga zitten, maar in ieder geval zo ver mogelijk weg van het verdachte tasje .
Ik volg gedwee de leider en stap naar de volgende wagon. Als een echte kapitein verlaat ik als laatste het rijtuig, 50 lege zitplaatsen en een bom. De deur sluit en nog voor ik goed en wel de volgende wagon instap zie ik een lege plek naast een oud kennis van mij. Het is jaren geleden dat ik Firmin nog gezien heb. En hij nog net iets langer mij niet. Hij zit diep weggezakt te lezen in Tertio. God zal hem dus wel beschermen denk ik terwijl ik hem bijna voorbij loop. Bijna, ik aarzel, kies ik voor de verre veiligheid van de laatste wagon of voor een leuk, explosief, weerzien.
“Hey Firmin” hoor ik mezelf zeggen. “Ha die Evert, hoe gaat het?” De keuze is als vanzelf gemaakt. Ik zet me neer op de lege plek op risico van mijn eigen leven. “ Ontploffen doe je toch niet alleen” denk ik heldhaftig.

Read Full Post »

Een droomverjaardag

Verjaren is niet leuk, ook al wil ik het zo vaak mogelijk meemaken. Kadootjes helpen hier niet veel bij maar hoe meer hoe liever. Amelie Poulain, de cd, en dan vooral nummertje 4. Dat was mijn dochter Ans haar troost bij het ouder worden. Het heeft meer dan drie maanden geduurd voor ik nummertje vier ontdekte maar het helpt. Niet zozeer bij het oud worden, maar bij het treinen. Tussen Antwerpen en Rotterdam kan ik het zowat dertig maal beluisteren geholpen door wat vetraging.
Telkens weer nr 4 met gesloten ogen. Zalige muziek. Treinen wordt plots wegdromen en voelt als zachtjes kabbelen. Ik dobber in een roeibootje op een Engels Lake. Wilgentakken treuren minzaam neerbuigend boven het water. In de verte komt er een bloemenjurkje aangeroeid, met strooien hoed en een prachtige meisjes glimlach. Haar blonde lokken wuiven me vriendelijk toe. Ik vaar naar de kant en leg aan in Montmarte. Ik slenter de heuvel op. Kasseien glinsteren in de zon en de schilder schildert mijn restaurantje. De ober zet een tafeltje voor me buiten, mijn water smaakt naar champagne. Kinderen spelen op het plein en Amelie Poulain gaat maar door. De oude dame veegt haar stoepje mooi. Wenen is op zijn mooist. Een zolderkamertje licht op in de duisternis. Ik zie een meisje haar balletpasjes oefenen. Mijn koets klettert door de besneeuwde straten. Een dekentje houdt me warm. Ik voel .. me brutaal tot stand komen. Rotterdam.

Read Full Post »

Een perronlief

De stationschef kondigt een extra vertraging van 20 minuten aan. Het meisje naast me kirt van geluk. Voor de vijfde maal nu al. De trein laat al bijna anderhalf uur op zich wachten. Het is koud op perron 3, ijskoud. Reizigers kreunen en zeuren. Behalve Sylvie. Ze houdt Ben’s handjes vast, lacht,tatert en is droef tegelijk. Ze wil niet dat Ben vertrekt, ook al is het maar een weekendje lang. De liefde is nog pril en een weekend veel te lang. Uitwuiven is een droeve plicht, maar vandaag lijkt het op een feest. Heel onschuldig, een knuffel hier en daar, een blosje af en toe, wat verliefde woorden en een voorzichtige zoen. Ze hoopt dat de trein nooit komt. Elk uitstel van afscheid proeft als champagne. Het verandert perron 3 in een zomerse lusttuin. Toch die ene tegel.
Dit wil ik ook! Ik wil een perron lief. Gewoon wat praten, verlangen, in de ogen kijken, onschuldig knuffelen. Het dagelijkse wachten verzachten. Elke dag een beetje gelukkig zijn. Geen wisselstoring brengt me nog in de war, pech of geen pech, mijn perronlief wijst me de weg.
Het voelt aan als een uitstekend plan voor Perron 3. Blond bijvoorbeeld, of niet eens. Diepblauwe ogen en een stralende lach.

Nu nog een plan bedenken voor als de trein onderweg vertraging heeft.

Read Full Post »

Who lang?

Hoe lang moet je stilstaan met je trein, zonder verwarming, in de vrieskou, vooraleer je de kranten haalt. EĂ©n uur 15 minuten zal wel niet voldoende zijn. Maar om mijn blog te halen volstaat het. Gisteren 75 minuten stil gestaan met zicht op de buitenwijken van Roosendaal. Zonder zeuren. Je bent een held Evert! Weer maar eens!

Read Full Post »

De sprooktrein


Nina en Flo kruipen nog wat dichter bij elkaar. Hun zalige lachjes hebben plaats gemaakt voor spanning en verbazing. Voor het slapengaan vertel ik hen het verhaal van Janna de boemeltrein. Janna zal morgen voor het eerst uitrijden, echt uitrijden tussen Zelvenberg en Uder. Dan rijdt ze met echte mensen en stopt ze in echte stations Vandaag is haar laatste dag stage in de treinschool van Bastiaan. Bastiaan is de oudste machinist van het land, zijn handen zijn zwarter dan de donkerste locomotief, zijn stem is zwaarder dan de luidste stoomfluit. Zijn overal telt meer spatten dan er sterren zijn. Maar niemand die zo mooi met een locomotief kan rijden als Bastiaan. Hij leert Janna hoe ze netjes aan het perron moet stoppen, hoe ze zachtjes terug moet vertrekken, hij leert haar zelfs achteruit rijden. En bergen opklimmen.
<Vandaag krijgt Janna haar diploma samen met de koninklijke locomotief Alexander. Morgen gaan ze elks hun eigen weg. Alexander gaat met prinsen rijden en koningen. Alexander heeft nauwelijks omgekeken naar Janna. Al de hele week steekt hij haar trots voorbij, bekijkt Janna wat meewarig en denkt dat hij het spoor voor zich alleen heeft. Tja zo zijn koningen. “Ik hou er niet van” vertel ik Nina en Flo even tussendoor. “ Ik kan het niet begrijpen,” zeg ik hen,“ iedereen is toch gelijk geboren.” Ze kijken me nu enkel maar verbaasd aan en willen dat ik verder vertel. Beloofd.
Janna is zo blij met haar diplomatje. In zwarte stoomletters staat er op dat ze met onderscheiding geslaagd is.

Dan is het aan Alexander. Die krijgt een veel groter diploma, met gouden letters en veel applaus, ook van Janna.
Vanaf morgen rijdt Alexander met de kroonprins. Hij blinkt harder dan zilver en goud. Hij pruttelt niet, maakt nauwelijks geluid en schudt niet eens in de scherpste bocht.. Janna vindt hem prachtig. Ze is stiekem verliefd op Alexander. Ze bloost en pruttelt als hij haar voorbijsteekt. Maar vanaf morgen zal zij hem niet meer zien. Dat maakt haar ook wel een beetje droef. Pas volgend jaar ziet hem weer bij Bastiaan. Elke 12de van het jaar moeten ze op onderhoud bij Bastiaan. Even bijpoetsen, de teller op nul en wat olie aan de wielen en Janne is weer klaar voor een extra jaar. Ze ziet Alexander meestal van ver staan. Met een zijdelings kuchje geeft die enig teken van erkenning. Elk jaar kucht hij wat luider, elk jaar is er meer en meer poetswerk aan. Je wordt niet zomaar koninklijk. Daar kruipt een boel werk in. Vorig jaar heeft Alexander zelfs een praatje met haar gemaakt en gevraagd waar ze rijdt en wat ze van haar passagiers vindt. “Ik ben er dol op” had Nina geantwoord, “elke ochtend toeter ik van blijdschap als ik hen terug zie.,Jij niet dan?” “Nou” zei hij.“ Soms. Koningen en prinsen zijn niet makkelijk hoor. Ik moet alsmaar sneller rijden en verder en sjieker. Nooit zijn ze tevreden”.
“ Ik dacht net dat jij de leukste baan van het land had.”
“ Had je maar gedacht.”
“Nou tot volgend jaar dan maar en sterkte ” vertrekt Nina terug naar Zelvenberg. Met blos!
.
Maar dit jaar kucht Alexander helemaal niet en hij wordt helemaal niet meer opgepoetst. Hij pruilt weggedoken in een donker hoekje, er liggen akelige sleutels op zijn motorkap en er staan vreselijke machines. “Het is gedaan” snift hij “De prins vindt me te traag en te oud. Ik moet naar het schrootfabriek. Ik ben niet hip meer” Janna is haar kluts volledig kwijt. Haar held wordt ontmanteld, binnenkort maken ze potten en pannen van hem “Maar ma ma maar,” meer krijgt ze niet gezegd. Ze pruttelt naar de werkplaats, met tranen in haar stoomfluit. Ze is van slagboom. Ze strompelt naar haar onderhoudt, Bastiaan oliet, poetst, veegt ,vijst, maar hij krijgt haar niet meer aan de praat. Hij zwengelt, gromt, wisselt maar Janna beweegt niet. Dan ziet Bastiaan de twee tranen in Janna’s stoomfluit. Hij kent haar als geen ander. “Nou” gromt hij. “Blijf jij dan maar een nachtje hier, maar dan wil ik dat je tranen morgen opgelost zijn. Ik ga nu slapen.” “Je weet wat je te doen staat”mompelt hij nog. Voor één keer doet hij de werkplaats niet op slot.
Janna wacht tot alles en iedereen stil is en schuifelt tot aan het hoekje van Alexander. “Pssssstt” zegt ze “Wakker worden! We gaan.” Alexander gluurt door zijn droeve ogen. “He?” “We gaan” zegt Janna. “Bastiaan heeft de deur laten openstaan., met opzet , Kom, nu! Haak je aan mij vast.”
“Maar maar,” pruttelt Alexander.
“Verdwijn je dan liever in de smeltoven of hang je dan liever in de ijzerwinkel? Wij hebben geen tijd te verliezen.” zegt ze vastberaden..
Alexander rijdt heel voorzichtig tot bij Janna. Hij haakt zijn kabel aan haar achterstewagonnetje aan. Hij legt zijn koninklijke trots opzij en laat zich door haar voortslepen. Janna duwt de poorten van de werkplaats zachtjes open en rijdt langzaam het spoor naar Zelvenberg op. Trots en gelukkig. De nacht in. Er wacht hen nog een lange rit. De volgende ochtend blaast ze tweemaal zo luid als ze haar passagiers oppikt. Ze kijken bewonderend naar de achterste wagon van haar trein. “Ooh de koninklijke trein” kirren ze. De reizigers voelen zich als koningen en prinsen!. Vertel ik nog aan mezelf..
Nina en Flo slapen immers al lang.

Read Full Post »