Het reizen valt me zwaar deze ochtend. Extra zwaar. Niet zozeer vanwege mijn nu al tweede week voltijds werken, “God dit kan toch niet de bedoeling geweest zijn,” en ook niet vanwege een nieuw record aantal vertagingen deze week, iets waar ik voorlopig weiger over te schrijven. “Het zal hen leren!” Vandaag tors ik het gewicht der jaren op mijn schouders. Ik tors het eigenlijk in een kartonnen doos. Tien kilogram boeken of wel meer. Tien kilogram de Kameleons.. Tonnen avonturen van Hielke en Sietse, duizend kilogram jeugddromen. Honderden kilometers fietsen om het laatste nieuw verhaal op te halen, tientallen pagina’s stiekem verder bladeren op zoek naar het volgende prentje, uren en uren van kindergeluk.
De meesten onder jullie kennen waarschijnlijk niet eens deze jeugdboekenreeks. De waanzinnig spannende avonturen van de tweelingsbroers Klinkhamer in Friesland. Jullie weten niet eens wat een prauw is, en dat vader Klinkhamer smid is. Doodjammer en meer dan een jeugdzonde! Ik koester de doos, het testament van mijn jeugd, een lijkkistje met stoffige boeken, ze staat trots naast me en rijdt richting Friesland, nu ja Rotterdam voorlopig. Mijn moeder wou ze uit haar rekken, wie ze hebben wil die mag ze komen halen, ze zijn te erg tot stof en as aan het vergaan, ze geuren zoals alleen oude boeken kunnen geuren. Een hoop huismijt gemengd met een berg schimmel en duizenden en duizenden lettertjes.
Iemand van de kinderen misschien, alhoewel veel te stoffig, dus de versnipperaar of de kringloopwinkel. Tot ik ontdekte dat één van mijn collega’s Kameleonkenner is. Vandaag verhuizen ze dus naar Paul, maar niet zonder eerst er zelf nog wat in te lezen.
Pagina 18 bijvoorbeeld van de ‘de Kameleon op volle toeren.’……….iemand bezig met het lossen van een praam met modder. Het was Gerben. “Hallo Gerben!” riep Hielke. ” Word je niet te warm?” Gerben keek verrast op en riep dan terug : “Kameleon ahoy! Kan ik met jullie meevaren?” “Welja!” riep Hielke, en Sietse stuurde naar de praam. “Hallo schippers,”begroette Gerben hen toen ze naast zijn schuit meerden…………………
…. en pagina 19……….” Toch is het niet zo warm als een paar jaar geleden,” merkte Gerben op. “Toen is de hele spits van de toren gesmolten!” ” Hij fantaseert maar wat, mijnheer!” riepen Hielke en Sietse. ” Dat doet hij altijd!” “Jullie weten er niets van, kleuters!” riep Gerben quasi verontwaardigd………....
… en pagina 20,….. De potten en pannen lagen aan scherven op de polderdijk. “Meindert heeft pech!” riep Hielke…………misschien moet ik maar eens van vooraf aan beginnen lezen.. Zalig. Ik had mijn oudste toch Hielke moeten noemen ook al is het een dochter en Lukas Kees, naar de boezemvriend van de tweelingsbroers of Gerben, de stalknecht. Wat ligt Rotterdam vervelend dichtbij. Ik ben nog maar aan pagina 52. Weet je, ik neem ze vanavond gewoon terug mee. Paul die kan nog wachten, die heeft ze toch allemaal driedubbel en mijn moeder hoeft dit niet te weten, zij leest deze blog niet. En dan nog, ze kan toch niet willen dat ik mijn kinderjaren zomaar achter me laat en dan nog wel in Rotterdam.
Read Full Post »