Feeds:
Berichten
Reacties

Treinen van geluk

wildert.jpg

Eerst wilde ik je vooral een dikke knuffel geven, later op de dag dacht ik je een brief te schrijven en vervolgens koos ik gewoon voor dit blogberichtje. Het is nu immers toch weer bijna twee jaar geleden en dan mag het nog wel eens een keertje; blogtherapie.

Het was een uur of zeven toen onze trein plots bruusk remde, net voorbij station Wildert. Op bijna hetzelfde moment haastte de controleur zich door onze wagon  “de chauffeur denkt dat hij iemand aangereden heeft ”.  Ze was bleker dan haar blonde haren, lijkbleek!

Twee Neckermann toeristen protesteerden en wilde dat de trein onmiddellijk verder reed. “Meneer, we hebben waarschijnlijk een dode” was al wat ze antwoordde nog lijkerbleker. Het besef drong beetje bij beetje door bij de reizigers. De trein werd een hele lange stilte-wagon. Af en toe belde er iemand om een afspraak te cancelen of een vlucht te vertragen. Door het raampje van de achterste locomotief kon je in de verte ambulances zien en veel kijkers en eindeloze sporen. Het treinpersoneel was voorbeeldig.

Een uur later mochten we de trein verlaten voor een fikse wandeling langs het spoor richting bussen. Op het zelfde moment gonsde het gerucht dat onze trein een zestienjarige fietser had aangereden, maar dat het meisje enkel wat schrammetjes had opgelopen. Dit voelde als de lotto winnen en zes glazen champagne, als een strandvakantie op de Malediven en de geboorte van een drieling. Ik huppelde tot aan de bus in een gelukzalige roes.

Beste L, in de krant las ik dat je geen 16 was maar 12 en dat van die fiets was ook niet helemaal waar, maar dat je het er goed van af hebt gebracht wel. Fantastisch. Lig zeker niet wakker van de afspraken die ik gemist heb, de bussen, de slechte aansluitingen, het vijf uur onderweg zijn. Probeer ook  niet te veel te piekeren over al wat er had kunnen gebeuren. Pluk de dag , drink die zes glazen champagne , maar wacht tot je wat ouder bent of verdeel ze nu al onder je familie en o ja, koester ons geheim : Ik heb die ochtend een traantje van geluk moet wegpinken!

knieval

Auw, dit is nu al de tweede kniestoot. Met een gespeelde nonchalance vergeef ik haar, heldhaftig. Het doet verdomd pijn maar dat hoeft ze niet te weten. De dame tegenover me neemt haar tablet uit haar Prada tas en duwt onderwijl haar knie tegen mijn scheen. Ik kan niet anders dan haar vergeven. Ook al heeft ze een grijs mantalpakje aan. Het is een beetje krap met elk nog onze bagage voor ons uitgestald. Maar het is ook zo onnodig. Er is plek zat in de trein, maar ik durf me niet te verzetten. In Rotterdam waren we tot elkaar veroordeeld. In een overvolle trein knokken we ons samen naar de laatste zitplaatsen, maar eens Roosendaal voorbij loopt de wagon leeg. Drieënveertig lege zitplaatsen dagen ons verleiderlijk uit.
Het is een lastige kwestie. Het voelt zo onfatsoenlijk om van plaats te veranderen. Wij besparen elkaar de vernedering. Dapper delen we onze zeteltjes. Maar het is ondertussen ook een communautaire kwestie. Zij is Waalse. Ik weiger Vlaams en onverdraagzaam te zijn. En blijf vriendelijk en nonchalant glimlachen, terwijl ik ijverig op mijn laptop verder werk en zij… tetris speelt.

Hangjongeren

God, wat haat ik dat!

Ik haat het als mensen na vier maanden stilte plots weer wat op hun blog schrijven.

Inbroeker

De trein bolt zachtjes uit. Oost west, bijna thuis, best. Ik zet me recht, neem mijn boekentas, stap richting uitgang en zie onderwijl een politiewagen aan het huis van mijn vriend. Nog voor we goed en wel gestopt zijn, hang ik al aan de lijn met hem.
“ Dat heb je goed gezien,” zegt hij “Er is vannacht bij me ingebroken, een heel verhaal ! “
“Vertel het me zo, ik ben binnen vijf minuten daar” en met een groot en ongerust hart haast ik me naar de plaats des onheil.
Eén knuffel en vervolgens onmiddellijk zijn misdaadroman.
“ Mijn moeder bleef vannacht slapen, want ik moest haar vroeg in de ochtend naar de luchthaven brengen. Ik heb mijn bed afgestaan en ben dan maar beneden in de zetel gaan slapen, al een geluk!”
“In velerlei opzichten trouwens” voeg ik er opgelucht aan toe.
“En toen hoorde ik midden in de nacht gestommel aan de achterdeur. Ik ben uit mijn bed gesprongen, heb de gordijn open gerukt en stond plots oog in oog met twee inbrekers. Enkel wat glas tussen ons in. Daar heb ik dan maar een flinke klap opgegeven.
De boefjes schrokken zich rot, en renden de tuin in en zo de straat op. Ik weet niet wat me bezielde , de adrenaline waarschijnlijk, maar ik ben onmiddellijk naar buiten gerend , er achter aan, de straat op en daar heb ik nog wat staan roepen en springen. Te laat, ze waren al weg.”
Tja vertelt hij gelaten verder. “ Ik ben dan maar terug naar binnen gekeerd, vooraleer ik de hele straat wakker zou roepen. O ja, en nog iets,” vervolgt hij achteloos “ ik slaap ’s nachts altijd in mijn blootje.”

Dag dagboek

Uit het dagboek van 7 april :
Trein rijdt weer niet verder dan Roosendaal.
Worden met zijn allen in andere trein gepropt, half zo lang dubbel zo oud.
Bezorgd vraagt een aziatische reiziger, “Is this first or second class?”,
terwijl hij zich tussen graffiti, rugzakken en vuilnis wringt.
“This is ‘no class’ at all” stel ik hem gerust.

Lief Dagboek

Uit het dagboek van de treiner : woensdag 6 april
Internationale trein kwartier verlaat in Rotterdam.
Rijdt niet verder dan Roosendaal!
Eén uur wachten op volgende trein richting Brussel.
Aansluiting gemist in Antwerpen!
Dan maar Mortsel en te voet verder
3u49 minuten onderweg.
…en toch geen frieten gegeten. WaW!
Je bent een held treiner!!!

Ik haat netjes opgevoede jongeren. Ik haat van die proper geklede tuttebellen met blauwe strakke broek en wit hemdje. Van die half intellectuele delletjes, vriendelijk lachend, met kanten kraagjes. Beleefd, een boek lezend met lange gekrulde lokken. Ik haat hun hoffelijkheid, hun witte tanden, hun fatsoenlijk gedrag.
Ik haat het wanneer ik toekom op perron 4 ze rechtstaan en vragen: ” Wilt u misschien zitten meneer? ”
“Zie ik er dan zo oud uit, del? Sta ik dan vol rimpels? Denk je dat ik zwanger ben misschien? En ondertussen wat schijnheilig lief naar me lachen. Kaal is niet het zelfde als oud, trut. En stram niet hetzelde als versleten. En buitenadem kan ook gewoon van het rennen zijn. Blijf toch gewoon zitten. Rotkind!

De heilige treiner

Mijn kuiten zijn vreselijk stram en mijn hoofd staat op hoofdpijn. Het mirakel van Antwerpen –Centraal laat diepe sporen na.
Mijn overgewicht zorgt elke dag voor vertraging op de rit naar Rotterdam. Ik wil het probleem dan ook grondig aanpakken en alleen stoppen met eten helpt niet. Er moet ook gesport worden. Bijvoorbeeld terwijl ik op mijn aansluiting wacht. Dagelijks kan ik 19 minuten met mijn armen staan zwaaien in Antwerpen –Centraal terwijl ik op de trein van 18u19 naar Aarschot wacht. Of traplopen.
Dat doe ik nu ook helemaal naar boven 58 treden en terug naar beneden, en terug naar boven 60 treden. Hé? En weer naar beneden 58 treden, tiens? Nog eens de trap op lopen, 61 treden , hoe kan dat nu? En 60 naar beneden.
Ik ben mijn tel weer kwijt, ik begrijp er niets van. Deze trap leeft. Daarnet was hij 58 treden hoog en nu al 61. Nog éénmaal 62. Fuck you trap.
Ik strompel naar perron 23. Volledig van slag. Ik kan niet meer tellen. Ik kan niet meer gaan. Ik ben alles kwijt behalve mijn kilo’s. Het gaat erg trap af met mij.
Kan er iemand mij zo snel mogelijk uit mijn lijden verlossen, gewoon even trapje tellen. Eenmaal maar. 62 treden. Op en af. Of is er toch een mirakel. In Antwerpen is toch echt alles mogelijk?

Help ! Dit was voor de grap!

Ik ren de trap af, in een ultieme poging om de trein alsnog te halen. Een verdomde collega houdt me nog snel even staande en legt de kraag van mijn jas goed. ‘Zo‘ zegt hij ‘Dat is beter’. Wat attent, en wat handig. Daar is niets verdomds aan. Daar wil ik mijn trein best voor missen.
‘Wil je niet met me trouwen?’ roep ik hem spurtend na.
Hopelijk ziet hij er de humor van in.