Kort samengevat: Een te late trein, een olympische spurt, het puntje van mijn neus in mijn aansluitende trein maar de rest van mijn atletische body net niet, dus trek ik mijn neus maar snel terug uit de sluitende deuren. Enkel een godverdomdse vloek, een diepe zucht en een pak frieten kunnen mij hier over helpen. En tartaarsaus.
Met nog steeds die zelfde diepe zucht laat ik mij een half uur later vallen in mijn laatste trein van de dag. Als een uitgetelde bokser onderwijl mijn frieten en mijn vertraging aan het verteren. Categorie zwaargewichten. Maar een enthousiaste “Hoi Evert, wat doe jij hier” brengen mij er volledig overheen. Met een warme lach en uitgestoken hand begroet Cedric me. Het is te lang geleden dat we elkaar nog gezien hebben. Ik ben zo gelukkig dat ik een schouder heb om uit te huilen maar voel hoe zijn ogen op mijn extra kilo’s blijven rusten. Als een held negeer ik die blik.
“Voor de eerste keer blij dat de trein vertraagd was. Het was weer van dat vandaag, doffe ellende” en ik vertel hem hoe ik mijn trein op een haartje na, een neuslengte als het ware, weer eens gemist heb en hoe ik dan steeds het frietkot in duik. “Hoe meer vertragingen hoe zwaarder ik word. ” “Tja,” merkt hij fijntjes op “dat is een vicieus probleem. Hoe zwaarder dat je staat hoe makkelijker je weer je volgende trein mist”
En ik piepen hoe het is gesteld met de wordpressers…, schitterend, moet ik zeggen. Hier kom ik nog terug, ‘aangespoord’ daartoe, zeer zeker.
een slimme vriend, die cedric